De geschiedenis van Hong Kong

De geschiedenis van Hong Kong neemt ons ver mee terug in de tijd. Hoewel de stad in de 16e eeuw pas van belang werd voor Europa, was Hong Kong al duizenden jaren bewoond. De bevolking bestond destijds uit vissers die zich vestigden op het eiland Lantau. Ook piraten wisten tijdens de Middeleeuwen de weg te vinden naar Hong Kong. De haven Shek Pai was een favoriete bestemming voor piraterij. Richting de 16e eeuw, in 1557 om precies te zijn, was het Portugal dat toestemming kreeg om zich nabij Hong Kong te mogen vestigen. De Chinezen lieten het Portugal toe om een basis op te zetten in Macau. Tot op de dag van vandaag is deze invloed merkbaar. De officieel gesproken taal op Macau is zowel Chinees als Portugees.

Pas in 1685 werd er een handelscontract met de Britten gesloten. Dit verbond met Groot-Brittannië werd lang uitgesteld en tegengehouden door de Chinezen. De Britse handelaren vestigde zich massaal in Guangzhou. Er werden handelskantoren gebouwd om de export van thee en zijde levendig te houden. Vanaf de Indiase kust werd er onder de Britse vlag tal van handel verscheept naar Guangzhou. De East India Company was hier verantwoordelijk voor. Deze Europese handel, die eind 17e eeuw enorm toegenomen was, bracht de Chinezen zelf niet veel voordeel. Ze zagen de Europeanen als meedogenloos en barbaars. Naast de florerende handel met Groot-Brittannië en Frankrijk, hadden ook Zweden, Denemarken en Holland zich aan het rijtje laten toevoegen. Toch kwam hier rond de helft van de 17e eeuw een einde aan. Er werd een handelsgilde opgericht waardoor de handel van de Europeanen tot een minimum werd beperkt. Het Co Hong gilde kreeg de voorkeurspositie over de handel met het buitenland in handen. De Europese handelaren kregen behoorlijk wat restricties opgelegd door het gilde. Zo mocht er alleen van september tot en met maart handel gedreven worden op Guangzhou. Kinderen en vrouwen waren niet langer welkom en mochten zich de voertaal niet eigen maken. Ook mochten handelaren alleen zaken doen met het handelsgilde én werd het gebied daarvoor beperkt tot de Shamian Eilanden. Vanaf die tijd kregen de Chinezen voordeel bij het handelsverdrag. Ze lieten de winst vooral uitbetalen in zilver.



De opiumoorlog in de geschiedenis van Hong Kong

De restricties die het handelsgilde Co Hong met zich mee had gebracht waren een doorn in het oog van de Europese handelaren. In 1773 werd er dan ook gestart met het verhandelen van opium. De vraag vanuit andere landen was groot en leverde de handelaren veel winst op. Het was de toenmalige keizer Dao Guang die de handel in 1796 een verbod oplegde. Dit besluit werd genomen omdat er inkomsten in zilver werden misgelopen. Ook het aantal opiumverslaafden nam in die tijd fors toe.

Ondanks het verbod gingen de handelaren door met het verhandelen van opium. Ze werden immers bijgestaan door het handelsgilde én omgekochte ambtenaren van Chinese komaf. Dit hield stand tot in 1839. De door de keizer aangestuurde ambtenaar Lin Zexu wist de Britten in slechts één week de mond te snoeren. De aanvoer van voedsel werd geboycot waardoor de Britten na 6 weken hun meerdere in Lin Zexu moesten erkennen. Het verzamelde opium werd teruggegeven aan de Chinezen waarna het publiekelijk onbruikbaar werd gemaakt.

Hong Kong in 1960: zicht vanaf Kowloon op Hong Kong Island

Hong Kong in Brits bezit

Opvolgend op de opiumoorlog werd er door George Elliot tevergeefs geprobeerd om het verstoorde contact met de Chinezen te herstellen. Toen dat niet lukte stuurde Groot-Brittannië in 1840 mankrachten om Guangzhou en de omliggende eilanden te bezetten. Dit alles om het handelsverdrag in ere te kunnen herstellen. Een jaar later zag de keizer geen andere mogelijkheid dan in te stemmen met de Conventie van Chuan Bi.

De onderhandelingen werden voortgezet maar de Britse honger was niet te stillen. Hong Kong Island kwam in Brits bezit terwijl ook Guangzhou werd belegerd. Charles Elliot dwong de Chinezen tot het betalen van ruim 6 miljoen dollar. Een aantal maanden later werden ook omringende steden zoals Shanghai, Ningbo en Xiamen door de Britten aangevallen. Hiermee werd Hong Kong officieel Brits bezit. Dit gebeurde na het accepteren van het Verdrag van Nanking.

Jaren later veroverde de Chinezen een Brits schip. Deze was in samenwerking met de Amerikanen, Fransen en Russen op zoek naar piraterij. Het Verdrag van Tianjin was een feit en de Britten kregen toestemming om een post te openen op het land. In 1859 ging het echter weer mis toen een minister en een Britse gezant de rivier Pei Ho opvoer. De Chinezen namen de boot zwaar onder vuur waardoor er veel doden vielen te betreuren aan Britse zijde. Dit was voor Groot-Brittannië en Frankrijk een directe aanleiding tot oorlog. China werd aangevallen en geforceerd om het Verdrag van Peking te tekenen. Ook Stonecutters en het schiereiland Kowloon kwamen daarbij op naam van de Britten te staan. Het Tweede Verdrag van Peking volgde in 1898. Deze moest door China getekend worden om niet opnieuw de dupe te worden. Dit keer was Japan de schuldige. Met het ondertekenen van het Verdrag was het Groot-Brittannië toegestaan om de nieuwe territoriums voor 99 jaar te pachten. Het Verdrag liep op 1 juli 1997 ten einde. De uitspraak: één land, twee systemen heeft Hong Kong te danken aan de titel Speciale Administratieve Regio die het in 1997 kreeg.

Het hedendaagse Hong Kong

De verandering van Hong Kong

Tussen 1920 en 1930 kreeg China te maken met een burgeroorlog. Dit gaf Hong Kong de kans om te transformeren van handelsgebied naar industrieel land. China werd in die tijd overspoeld door Japanners. Veel welgestelde Chinezen maakten de overstap naar Hong Kong wat op dat moment een Britse kolonie was. Het waren de Amerikanen die de economie in Hong Kong flink belemmerde. Ze riepen tijdens de Korea-oorlog een verbod op Chinese goederen in het leven. Op dat moment begon Hong Kong met overleven en legde zich volledig toe op de ontwikkeling van de verzekeringsindustrie.

Hong Kong werd een belangrijke stad. Toen de Chinezen in 1949 de macht kregen over China werd de in Britse handen zijnde kolonie dan ook met rust gelaten. Rond 1960 werden er ruim 70.000 Chinezen naar de welvarende stad gestuurd. Ze zorgden in 1967 voor ernstige conflicten toen de Culturele Revolutie in China op zijn hoogtepunt was. Een tijd van onzekerheid volgde. Een militaire Chinese eenheid stak in datzelfde jaar de grens met Hong Kong over.
Een bloedige strijd was het resultaat waarbij 5 politieagenten de dood vonden. Toen de Chinezen zich uiteindelijk weer terugtrokken was het leed geleden. De economie van Hong Kong was flink beschadigd geraakt maar de weg naar groei leek in aantocht. Deze groei was zowel op economisch gebied als in de groei van de bevolking merkbaar. Veel zakenmensen zochten hun heil in Hong Kong om de communistische greep van China te kunnen ontvluchten.

Vandaag de dag is Hong Kong één van de belangrijkste steden ter wereld. Hier vind je onder andere elektronicagiganten, welvarende textielindustrie en natuurlijk toerisme. Uiteraard zijn ook banken en verzekeringsmaatschappijen nog steeds ruim vertegenwoordigd in deze bruisende stad. Hoewel Hong Kong ooit begon als roversnest voor piraterij, is het nu één van de belangrijkste wereldsteden.